Bijna 80% van dikkedarm kanker survivors drinken alcohol in de eerste twee jaar na de diagnose. Hoewel zij het totale alcoholgebruik na de diagnose verminderen, drinkt nog steeds 20% meer dan 14 drankjes per week. Het grootste deel van de geconsumeerde alcohol is bier en wijn.
Wij stelden vast dat mannen met een hogere opleiding, zij die lichamelijk actief waren, of geen stoma hadden, en betere psychosociale resultaten geassocieerd werden met het verbruik van meer alcohol. Dit gold vooral voor bier en wijn, en kwam vaker voor bij relatief jongere overlevers (<67 jaar).
Zelfs in de 15 jaar na de diagnose CRC vonden we dat vroegere drinkers slechtere psychosociale uitkomsten hadden, terwijl de huidige drinkers betere uitkomsten hadden. Vooral wijndrinkers rapporteerden betere psychosociale uitkomsten.
In het algemeen, ook al is alcoholgebruik vaak meer gerelateerd aan negatieve gezondheid bij patiënten, vonden wij dat het geassocieerd is met betere psychosociale uitkomsten. Dit zou misschien te wijten kunnen zijn aan het feit dat dikkedarm kanker survivors langzaam terugkeren naar hun sociale drinkgewoonten, en het in het algemeen beter doen. Toekomstig onderzoek zou zich kwalitatief moeten toespitsen op de vraag waarom overlevenden van kanker alcohol consumeren of waarom ze stoppen met drinken.